Knibbelknabbelknakje

Zaterdagavond. Te oud om uit te gaan maar te jong om al te gaan slapen. Dat betekent worst maken!

Knakworst, dit maal. Dat had meneer nog nooit eerder gedaan. Knakworst heet knakworst omdat hij knak zegt als je hem breekt. Als het goed is. De knakworstjes die u kent uit blik doen dat niet. Smaken doen ze trouwens ook niet. Alhoewel dochter Wateetons daar anders over denkt. Die ‘knak’ zit hem in het gebruik van de schapendarm. De smaak zit hem in het gebruik van varkensvlees, in plaats van kipseparatorvlees, rook en de kruiderij. Meneer had nog wat schapendarm liggen. Al maanden. Nooit gebruikt. Maar in zout water blijft het lang goed, zo bleek.

Ingrediënten:

  • 1 kg speklappen
  • 18 gram nitrietzout (niet echt nodig, meneer at ze gelijk op, keukenzout is ook prima)
  • 1,5 gram witte peper
  • 1,5 gram koriander
  • 1 gram paprikapoeder
  • 1 gram foelie
  • 0,5 gram kardemom
  • 20 gram melkpoeder (voor de binding)
  • een beetje vocht (water)

Meneer maalde zijn ijskoude speklappen fijn met de messen van zijn foodprocessor. Die wisten er wel raad mee. Het werd een soort vleescouscous. Met het vocht en de kruiden werd deze couscous vervolgens met de deeghaak tot een plakkerige en zeer egale pasta gemengd. Deze pasta moest in de schapendarm. Helaas was meneer ergens in het afgelopen jaar het dunne schapendarmvulopzetstukpijpjedinges van Alfred kwijt geraakt. Zo gaan die dingen. Gelukkig had meneer eerder, een stukje geniaalheidsgebeuren, de worstgun ontworpen. Die is nóg beter geschikt voor het vullen van schapendarmen dan varkensdarmen, zo bleek.  De sterkte van de schapendarm, notoir kwetsbaar, viel overigens helemaal niet tegen. Zeker gezien zijn ouderdom en het te verwerken worstgungeweld. Twee maal brak hij slechts, op zo’n 750 gram vlees. En zo’n dun darmpje vult zich lekker makkelijk uit.

Knakworst moet eigenlijk gerookt worden alvorens hij wordt gekookt, maar meneer had zijn rookapparaat niet bij zich. Dan maar alleen wellen. Na een minuut of 10 op een lichte borrel waren de worstjes klaar. Meneer serveerde ze aan mevrouw die niet gering van zijn worst onder de indruk was. Van de knak allereerst. Want dat deed de worst, een duidelijke scherpe knak. En van de consistentie, mooie egaal en zeer sappig. En van de smaak tenslotte. “Het lijkt best op knakworst” sprak de goede vrouw. Meneer zelf vond de kardemom nogal overheersen. Hij heeft in bovenstaand recept daarom daarvan de helft voorgeschreven, maar zelfs dan zou het overheersend kunnen zijn. Probeer het eens.

Tenslotte, keihard knak-bewijs.

Geef een reactie